Seksindustrie
Bangkok dankt zijn naam als hoofdstad van de vleselijke lusten aan een seksindustrie die inspeelt op seksuele fantasieën. Er zijn meer dan duizend bedrijven actief in de seksindustrie in de stad, maar de bordelen in Patpong en in Soi Nana en Soi Cowboy in Sukhumvit geven een verkeerde indruk van een activiteit die diep geworteld is in de Thaise cultuur: de overgrote meerderheid van de Thaise prostituees werkt namelijk met Thaise mannen en niet met farangs.
Prostitutie en polygamie vormden lange tijd een wezenlijk onderdeel van het Thaise bestaan. Tot Rama VI in 1910 met de traditie brak, hielden Thaise koningen er altijd concubines op na, van wie slechts een enkeling opklom tot koningin-moeder. Dit gebruik werd nageaapt door de adel en, vanaf begin 19e eeuw, ook door rijke kooplieden die veel zoons wilden. Tegenwoordig houden mannen uit alle lagen van de bevolking er maitresses (mia noi, bijvrouwen) op na. De officiële echtgenote (mia luang) moet worden behandeld als het belangrijkste Boeddha-beeld in de tempel, respectvol en op een voetstuk geplaatst, terwijl de bijvrouw wordt gezien als een amulet dat je altijd bij je draagt. Prostitutie is een goedkopere optie: 2/5 van de seksueel actieve mannen in Thailand zou twee keer per maand een bordeel bezoeken.
De farang-seksindustrie kent zijn oorsprong in de Vietnamoorlog, toen het Amerikaanse leger zeven legerbases oprichtte in Thailand. Hier kwamen veel plattelandsvrouwen op af die geld wilden verdienen door de soldaten te 'vermaken', en vanaf 1967 raakte ook Bangkok erbij betrokken. Halverwege de jaren zeventig werden de soldaten vervangen door toeristen, die met reclames naar Bangkok en Pattaya werden gelokt. Het sekstoerisme is sinds die tijd uitgegroeid tot een belangrijk onderdeel van de economie en heeft zich verspreid tot in Phuket, Hat Yai, Koh Samui en Chiang Mai.
De meeste vrouwen die in de seksbars en 'beer-bars' werken, komen uit arme gebieden in Noord- en Noordoost-Thailand en zijn laag opgeleid. Zij zijn economische vluchtelingen voor wie de seksindustrie aanlokkelijk is, omdat ze er in een nacht evenveel kunnen verdienen als in een maand op de rijstvelden. In sommige dorpen komt veel meer geld binnen via prostituees uit Bangkok dan via overheidssteun. Veel vrouwen van het platteland kiezen ervoor een paar jaar in de seksbars te werken om de schulden van hun familie af te betalen en een beter leven te kunnen bieden aan hun armlastige ouders.
Nana Plaza, Sukhumvit Soi 4
Veel vrouwelijke en ook mannelijke prostituees hopen een langdurige relatie op te bouwen met hun farangklanten, zodat ze hun werk tijdelijk kunnen vergeten en misschien wel kunnen opgeven. Verbazend vaak ontstaan er een soort vakantieliefdes, waarbij het meisje haar buitenlandse 'vriend' (vaak twee keer zo oud als zij) begeleidt op zijn reis en contact houdt als hij weer vertrokken is. Een grap die veel wordt gemaakt is dat sommige meisjes er meerdere mobieltjes op na houden om hun verschillende 'sponsors' te woord te staan. Er is een nieuw subgenre aan romans en memoires ontstaan (zoals de klassieker Hello, My Big Big Honey !: Letters to Bangkok Bar Girls and Their Revealing Interviews) waarin wordt beschreven welke rol geld bij deze relaties speelt, hoe beide partijen vaak worden misleid en hoe vaak er culturele misverstanden ontstaan.
Hoewel prostitutie in Thailand alomtegenwoordig is, is het al sinds 1960 verboden. De bazen van de seksindustrie omzeilen de wet door hun bedrijven te registreren als clubs, karaokebars of massagesalons, en door smeergeld te betalen aan de politie. Prostituees laten zich echter vaak misbruiken en mishandelen door pooiers en klanten om maar geen boetes en celstraffen te krijgen. Velen van hen werken daarom liever freelance in de clubs en bars buiten de officiële hoerenbuurten, zoals aan Thanon Khao San. Hun leven wordt verder bemoeilijkt door het feit dat abortus verboden is in Thailand. De anti-prostitutiewet probeert prostituees wel als slachtoffers te zien en niet als criminelen. Er worden boetes en celstraffen uitgedeeld aan ouders die hun kinderen verkopen, en ook aan managers en klanten. Dit gebeurt echter maar sporadisch, vermoedelijk omdat veel invloedrijke politiemensen en politici bij de seksindustrie betrokken zijn.
Kinderprostitutie is nog altijd een belangrijk probleem in Thailand, maar volgens organisaties als ECPAT nemen de aantallen kinderprostituees steeds verder af dankzij een zerotolerancebeleid en speciale campagnes. De regering heeft ook de wetten voor het huren van prostituees van onder de 18 aangescherpt en wie wordt betrapt op seks met iemand van onder de 15 wordt nu aangeklaagd voor verkrachting. Minderbedeelden vormen echter nog altijd het doelwit voor handelaren die kinderen 'kopen' van arme minderheden en deze als slaaf houden tot hun schuld is afbetaald. Vooral straatkinderen en andere weeskinderen, zoals de kinderen die ontheemd raakten door de tsunami in 2004 en de conflicten in het diepe zuiden, vormen een makkelijke prooi voor pooiers en pedofielen.