Ko Chang

Ko Chang is het grootste eiland van het Nationale Zeepark Ko Chang (Ko Chang Marine Park), en na Phuket het grootste eiland van Thailand. Het eiland is gelegen in de Golf van Thailand, vlakbij Cambodja. Ko Chang betekent 'olifanteneiland' (Ko = eiland en Chang= olifant), omdat het eiland de vorm heeft van een olifantenkop. Het bestaat grotendeels uit tropisch regenwoud met prachtige watervallen en schitterende baaien met mooie stranden. Je gaat hier niet naartoe voor uitgebreid vertier, maar om tot rust te komen in een indrukwekkende omgeving. Het toerisme staat hier nog enigszins in de kinderschoenen en de lokale bewoners, veelal vriendelijke vissers en fruitboeren, leiden een rustig leventje.

Het eiland is hoofdzakelijk bebouwd langs de zandstranden (de westkust is het dichtst bebouwd), de rest van het eiland is bergachtig en ligt in een groen regenwoud, één van de oudste in Thailand; een dichte jungle met wildlife, waar exotische vruchten groeien. Het hoogste punt is de Salak Piek, op 744 meter boven de zeespiegel. Ko Chang biedt voor ieder wat wils. Je kan er schitterende wandelingen maken door het tropische regenwoud, beklimmingen maken langs watervallen of op de rug van een olifant een spectaculaire tocht maken door de jungle. De natuur is hier adembenemend !

Op Ko Chang zijn meerdere watervallen waarvan er twee absoluut de moeite waard zijn om te bezoeken: de Than Mayom-waterval en de Khlong Phlu-waterval. Vanaf de Than Mayom-waterval heb je een prachtig uitzicht over het eiland.

Stranden van het noorden naar het zuiden van Ko Chang zijn: Had Sai Khao (White Sand Beach), Klong Prao, Kai Bae, Had Ta Nam (Lonely Beach) en de meer afgelegen stranden voorbij Bang Bao. White Sand Beach is het grootste strand met de meeste faciliteiten. Op al deze stranden tref je tal van accommodatie en eetgelegenheden. Het eiland is hard op weg van een backpackers paradijs te veranderen in een luxe bestemming. Aan de meeste stranden kan je al overnachten vanaf een paar honderd baht in een eenvoudige hut, maar uiteraard kan je ook verblijven in een comfortabel resort voor een paar duizend baht per nacht.

Ko Chang is niet de beste duikplek van Thailand, maar er is genoeg te zien onder water. Niet alleen het koraal is er kleurrijk, maar je hebt ook kans een walvishaai tegen te komen. De beste plek om je duikpak aan te trekken is aan de zuidkust. Bij Hin Luk Bat en Hin Lap kan je twintig meter diep duiken. De westkust daarentegen kent prachtige verborgen baaien. Ook als je snorkelt zie je de mooiste tropische vissen.

Rondom Ko Chang vind je een aantal kleinere eilanden, zoals Ko Chang Noi. Het is door het heldere water zeer geschikt om te snorkelen. Ko Man Nok-Nam Nai is te zien tijdens laag tij. Met fraaie koraalriffen. Koh Phrao ligt in de Salak Petch Bay, ten zuiden van Ko Chang. Door de vele kokospalmen is dit eiland koel en schaduwrijk.