Gouden Driehoek en omgeving
De Gouden Driehoek is het gebied waar Thailand, Laos en Myanmar (Birma) in een drielandenpunt bij elkaar komen en dat in het verleden berucht was vanwege de opiumteelt en opiumsmokkel. Hoewel het verbouwen van papaver in de afgelegen bergstreken rond Chiang Rai nog steeds voorkomt, zijn veel boeren gedwongen overgestapt op de tabaksteelt.
Gouden Driehoek
Het plaatsje Sop Ruak vormt het drielandenpunt van Thailand, Myanmar (Birma) en Laos. De grenzen worden er gevormd door de Nam Ruak rivier en de Mekong rivier die bij Sop Ruak in elkaar samenvloeien. Dit levert een weergaloos schouwspel op, dat het best tot zijn recht komt vanaf de heuvel waarop zich ook de 1200 jaar oude Wat Phra That Phu Khao bevindt. In noordelijke richting verdwijnt de nietige Ruak in de bergen van Myanmar, terwijl naar het oosten toe de machtige Mekong zich een weg baant door de dorpen en heuvels van Laos. Helaas wordt het prachtige uitzicht tegenwoordig verstoord door een Thais luxehotel met casino. Het is gebouwd op Myanmarees grondgebied en onttrekt zich zo aan de strenge Thaise wetgeving met betrekking tot gokken, terwijl de grensformaliteiten voor bezoekers uit Thailand achterwege worden gelaten.
Gouden Driehoek
Sop Ruak wordt beschouwd als het officiële centrum van de beruchte Golden Triangle. De Golden Triangle, bij ons bekend als de Gouden Driehoek, is een gebied dat berucht is geworden vanwege de papaverteelt en de daarmee samenhangende productie en smokkel van opium. Eigenlijk verwijst de Golden Triangle naar een veel groter gebied dat zich duizenden kilometers uitstrekt in Thailand, Myanmar (Birma) en Laos.
Dat de opium zo verbonden is met de geschiedenis van Sop Ruak en de Gouden Driehoek kan je zien in de twee musea die aan dit onderwerp zijn gewijd.
De Opiumhal biedt op overzichtelijke wijze informatie in het Thais en het Engels over gebruik en misbruik van opium in de afgelopen 5000 jaar. De introductie ervan in Azië, vanuit Europa, komt aan de orde en er wordt speciale aandacht besteed aan de Opiumoorlogen tussen Groot-Brittanië en China in de 19e eeuw. Indrukwekkend zijn de persoonlijke getuigenissen van vroegere opiumverslaafden en hun families.
In de Opiumhuis (House of Opium) zijn alle attributen voor de verbouw en het gebruik van opium tentoongesteld waaronder prachtig bewerkte doosjes, gewichten van brons en koper in de vorm van dieren en opiumpijpen.
Met de longtail rondvaartboten die aanleggen bij de steiger van Sop Ruak kun je een tocht maken over de wateren in het beboste grensgebied van de Golden Triangle. Er worden vanuit Sop Ruak ook tochten aangeboden die een stop maken in Laos. De aanlegplaats in Laos is Done Xao, een Laotiaans souvenirs dorp wat op zich niet veel voorstelt. Maar het is toch leuk om te zeggen dat je ook in Laos bent geweest.
Het meest noordelijke punt van Thailand, Mae Sai, ligt in de Gouden Driehoek. Hoewel veel buitenlanders naar Mae Sai komen voor een dagje Myanmar, kan je beter in Thailand blijven en de drukte gadeslaan van dit grensstadje met zijn kilometers lange rijen kraampjes vol prullige souvenirs. De meest noordelijke stad van Thailand ligt op zo'n 60 km van Chiang Rai. Highway 1, die begint in de noordelijke buitenwijken van Bangkok als Thanon Phaholyothin eindigt hier als een brede boulevard met dezelfde naam. Bussen mogen niet helemaal doorrijden en stoppen 4 km voor de grens.
Mae Sai, grensovergang Thailand en Myanmar
Bij het busstation kan je overstappen in een van de rode sawngthaews (pick-up trucks) naar het centrum. Thanon Phaholyothin eindigt bij een voetbrug over de rivier de Mae Sai, die hier de grens met Myanmar vormt. Aan de overjant ligt het Myanmarese stadje Thachilek, waar dezelfde prullige souvenirs te koop zijn en dat je op een speciaal visum van 1 dag kunt bezoeken. Voor de avond valt, moet je weer terug zijn. Bedenk dat het geld dat je voor dit visum betaalt rechtstreeks in handen valt van het Myanmarese dictatoriale bewind.
Om alle drukte van een afstand te bekijken, kan je het beste de kraampjes achter je laten en omhoog klimmen naar de chedi van de Wat Phra That Doi Wao, op 5 minuten lopen van de brug. Vanaf deze plek kijk je niet alleen uit over de Doi Tung in het zuiden en de heuvels van Laos in het oosten, maar je hebt ook een onbelemmerd zicht op Thachilek aan de overkant van de rivier.
Chiang Saen ligt prachtig aan de oever van de Mekong en is een van de oudste steden in Thailand. De stad is in 1328 gesticht door Saenphu, de kleinzoon van koning Mengrai, als een machtige vesting met vele tempels. Er zijn echter aanwijzingen dat de stad veel verder teruggaat. Chiang Saen werd in 1558 veroverd door de Birmezen en in 1804 bevrijd door koning Rama I, die de stad platbrandde om te voorkomen dat ze werd heroverd. De huidige stad werd gesticht in 1881, toen Rama V een noordelijke prins opdracht gaf om afstammelingen van de oorspronkelijke stadsbevolking (inmiddels woonachtig in Lamphun, Chiang Mai en Lampang) op deze plek te hervestigen.
Chiang Saen is een rustige plaats met een groot aantal monumenten dat de verwoesting overleefde. Het Departement van Schone Kunsten noemt er 66 binnen de stadsmuren en 75 daarbuiten. De grootste tempel in Chiang Saen is Wat Phra That Chedi Luang. De 58 m hoge, achthoekige chedi (12e-14e eeuw) is een klassiek Chiang Saen- oftewel Lanna-bouwwerk. Op de kleine markt naast de tempel worden stoffen en souvenirs verkocht die zijn gemaakt door de Thai Lue, een etnische minderheid uit China die in de 18e eeuw naar dit gebied kwam. Ook vlakbij staat het Nationaal Museum van Chiang Saen, met een verzameling stenen beelden uit de Lanna-periode en voorwerpen vervaardigd door de bergvolken. De aantrekkelijkste tempel van de stad is Wat Pa Sak ('Tempel van het Teakbos'), aan de westkant buiten de stadsmuur.
Wat Pa Sak, Chiang Saen
Het monument omvat 7 afzonderlijke ruïnes en wordt omgeven door teakbos. De chedi uit 1295 is de oudste van de stad. Het gebouw is versierd met uitgehouwen bloemen en mythologische dieren. Op een heuvel ten noordwesten van Chiang Saen vind je Wat Phra That Chom Kitti, die vermoedelijk teruggaat tot de 10e eeuw. De tempel is niet van groot architectonisch belang, maar je hebt er een prachtig uitzicht op de stad en de Mekong. Een adembenemend uitzicht biedt ook Wat Phra That Pha Ngao, met zijn witte pagode, ten zuiden van Chiang Saen. In Chiang Saen meren de Chinese vrachtschepen aan die rijst komen halen. Hier kan je een boot huren om stroomopwaarts naar de Gouden Driehoek te varen, een tocht van een half uur.
Chiang Khong is een van de weinige plaatsen waar buitenlanders de grens met Laos over mogen. Het trekt daarom vooral veel reizigers die als bestemming het Laotiaanse stadje Houayxai hebben, aan de overkant van de Mekong. Chiang Khon ligt aan een hoge, steile oever en is nauwelijks breder dan de hoofdstraat, Thanon Sai Klang, die zich van de veerhaven bij Hua Wiang in het noorden tot het vissersdorpje Ban Hat Khrai in het zuiden uitstrekt. De stad zelf heeft weinig meer te bieden dan een verheven uitzicht op het scheepsverkeer en een verre glimp van de ruïnes van het Franse fort Carnot in Houayxai.
Oversteken naar Laos
Bij aankomst in Houayxai kunnen buitenlanders een visum aanschaffen dat 30 dagen geldig is (ca. 30 USD of 1500 Baht of meer, afhankelijk van nationaliteit). Omdat het zeer ongunstig is in Baht te betalen, kan je overal in Chiang Khong bij goudkantoren, pensions en banken, dollars kopen. Vanaf Houayxai rijden er bussen naar Luang Prabang, Vientiane, Luang Namtha en Oudomxai, maar de meeste bezoekers kiezen voor een passagiersboot naar Luang Prabang. Deze boot vertrekt voor een 2-daagse tocht over de Mekong met een overnachting in Pakbeng. Dezelfde afstand leg je binnen 6-7 uur af wanneer je plaatsneemt in een van de luidruchtige speedboten waarin de passagiers, verplicht uitgerust met helm en reddingsvest, nauwelijks ruimte hebben zich te bewegen.